Sporters bukken, tillen, springen en balanceren, ze rennen, gooien en slaan. Kortom, zij vragen veel van lijf en leden. Dat houdt het lichaam fit en gezond, maar kan daarnaast ook tot klachten leiden. Vaak zijn die klachten onnodig. Want wie goed beweegt en op zijn houding let, loopt aantoonbaar minder kans op blessures.
Sporten doet een extra groot beroep op iemands fysieke kracht, snelheid en ademtechniek en de coördinatie van lichaamsdelen en bewegingen. Vaak lijkt het alsof het lichaam van de sporter de klus vanzelf klaart. Tot het misgaat en er ineens klachten ontstaan.
Oefentherapie en sport
Het doel van oefentherapie is het verminderen, opheffen en/of voorkomen van klachten. In zijn werkwijze betrekt de sportoefentherapeut de beoefende tak van sport, de bijbehorende sportspecifieke bewegingstechnieken en het niveau waarop en de intensiteit waarmee de sporter zijn sport beoefent. Kortom, alle facetten van het sporten, toegespitst op de individuele sporter, worden in de behandeling betrokken met als uiteindelijk doel het scheppen van voorwaarden om goed en klachtenvrij te kunnen bewegen.